Passie voor plastic
6 maart 2024

Passie voor plastic
Door: Eline Crijns
Beeldend kunstenaar Carolien Adriaansche (1963) is de koningin van kunstwerken gemaakt van plastic. Haar materiaal bestaat uitsluitend uit afgedankte plastic producten die ze hergebruikt. Denk aan groente kratjes, doppen, wasmiddelen- shampoo- en petflessen. Adriaansche bouwt van het plastic meterslange drijvende steden en breidt de biodiversiteit uit met plastic fantasie dieren - haar jachttrofeeën zijn befaamd. Met haar werk hoopt ze bewustzijn te creëren over ons consumptiegedrag. Ze werkt in opdracht voor exposities, maakt werken voor specifieke locaties en ook relatiegeschenken. Haar werk is veelgevraagd; ze heeft de tijdgeest mee. “Vroeger dachten ze als ik in containers dook: die vrouw is niet goed.”
Adriaansche is opgeleid aan de Gerrit Rietveld Academie als theatervormgever en begon haar carrière als decorontwerper. Een plastic frietvorkje luidde dertig jaar geleden de ommezwaai in naar haar werk als beeldend kunstenaar. Adriaansche is ook actief als ‘Beroepskunstenaar in de Klas’ en geeft workshops over het werken met plastic.
Het atelier van de kunstenaar zit op de begane grond van een oud schoolgebouw in het centrum van Den Haag – een plek die ze deelt met andere creatieven van Kunstgreep ’95. Haar koninkrijk is tot de nok gevuld met allerhande op kleur gesorteerde plastic voorwerpen. Plastic is alomtegenwoordig, dus maat houden is moeilijk: “Ik ben beroepsgedeformeerd, plastic speuren doe ik overal, ook op vakantie.”
Het is erg vol in uw atelier. Heeft u nog wel genoeg plek?
“Ik pas er inderdaad bijna niet meer in. Op de gang hangt nog een wolk van duizend plastic wasmiddelenflessen. Buiten in het tuintje ligt een ontmantelde drijvende stad, waarvan ik de onderdelen die nog goed zijn, verwerk in nieuwe kunstwerken.”
Waarom is alles op kleur gesorteerd?
“Dat werkt makkelijk, want ik maak werken uit één kleur. Kleuren van plastics worden bepaald door mode en door marketing. Daar zit een hele wereld achter. Zwart, wit en blauw is er in overvloed, maar bijvoorbeeld paars en goud zijn veel schaarser.”
Hoe kom u aan al het plastic?
“Vroeger spaarde ik het zelf en hielpen vrienden en familie mee. Toen ik workshops ging geven had ik echt veel plastic nodig en ging ik oproepen doen en gericht op zoek. Ik heb nog meer nodig sinds ik in 2015 de ‘Floating Cities’ ging maken – ook grote dingen als kratten en tonnen voor het drijfvermogen.”
U struint zelf ook plekken af?
“Maandagmiddag is transportmiddag, dan ga ik met de auto op pad. Ik probeer vanwege ruimtegebrek alleen nog maar te zoeken naar wat ik nodig heb voor de projecten waar ik aan werk. Bij de markt haal ik plastic groente- en fruitkratten en ik ga naar vaste adresjes die plastic voor mij verzamelen. Ook de rest van de week verzamel ik wat op mijn pad komt op de heen- of terugweg naar mijn atelier. Ik heb fietstassen en elastieken om vondsten zo nodig op mijn bagagedrager te binden.”
Hoe ziet een dag in uw atelier eruit?
“Ik ga ’s morgens eerst plastic dat nieuw binnen is gekomen afwassen en de etiketten eraf weken; dan kan het uitdruipen en drogen in kratjes. Grote dingen laat ik buiten schoon regenen. Daarna sorteer ik het op kleur. Bouwen doe ik het liefst in aaneengesloten tijd, zodat ik resultaat zie ontstaan. Aan pauzes doe ik niet, behalve soms lunchen in de tuin met collega kunstenaars uit het pand. Al het computerwerk doe ik thuis.”
Hoe monteert u het plastic aan elkaar?
“Met tie-wraps in dezelfde kleur of met lijm. Ik zal nooit knippen of snijden in voorwerpen; de bestaande vorm is het uitgangspunt. Daarmee assembleer ik mijn composities. Als ik aan de slag ga, sorteer ik het materiaal eerst op vorm. Dan ga ik net zolang puzzelen en schuiven tot het resultaat me bevalt. Pas dan fixeer ik de onderdelen.”
Werkt u altijd alleen?
“Eigenlijk wel. Mijn dochter (23) komt soms assisteren; vooral als er heel veel gemaakt moet worden. Ze heeft ook een goede blik op vorm.”
Wat doet u als u vindt dat het niet lukt met uw creaties?
“Soms ga ik blij naar huis en kom de volgende dag binnen en denk: het is helemaal niet goed. Dan vraag ik een collega in het pand om met frisse ogen mee te kijken. Vaak helpt dat.”
Waar werkt u nu aan?
“Boven in ons pand kan ik gelukkig tijdelijk een leeg atelier gebruiken, want voor mijn nieuwe werk voor de Kinderbiënnale in het Groninger Museum heb ik veel ruimte nodig. Het wordt tien meter en is blauw. Een soort van stad, maar je mag erin zien wat je wilt. Hoe het er precies uit gaat zien weet ik nog niet, want ik maak niks na en ik maak geen ontwerpen vooraf. Ik laat me inspireren door het materiaal, in dit geval alle tinten blauw.”
Kinderbiënnale - Groninger Museum - 9 maart t/m 3 november 2024 - groningermuseum.nl - carolienadriaansche.nl
Museum Tijdschrift nummer 2 maart-april 2024